Ik wilde een gaskookplaat die makkelijk overal te plaatsen was (desnoods op het aanrecht) en die niet al te veel ruimte zou innemen (zoals de traditionele fornuizen). Na lang wikken en wegen heb ik uiteindelijk een vrijstaande gaskookplaat gekocht die aan mijn verwachtingen voldeed.
Dit keuzeproces voor een goede losse gaskookplaat (link naar bol.com), wil ik in dit artikel neerzetten (deze gaskookplaat van coolblue.nl is ook goed). Hopelijk heb je wat aan mijn onderzoek als je zelf een vrijstaande gaskookplaat wil aanschaffen.
Laat ik beginnen te zeggen dat een ouderwets fornuis, dus zo’n vierkante bak bestaande uit een oven met daarop een kookplaat, natuurlijk veel ruimte inneemt maar momenteel wél makkelijk (want in overvloed) én goedkoop tweedehands is te verkrijgen.
Ik was echter klaar met de logge fornuizen en wilde een simpele, lichte oplossing voor in huis. Naast de forse hoeveelheid ruimte die een traditioneel fornuis opeist zijn ze namelijk ook erg moeizaam te verhuizen: ze zijn zwaar en lastig te tillen: probeer maar eens goede grip te krijgen op een fornuis terwijl je deze een auto intilt! (Je zal niet de eerste zijn die grip meent te hebben aan de openings-beugel van de oven totdat deze BOEM afknapt…).
Andere redenen dat ik echt een gaskookplaat wilde, en geen elektrische plaat, waren dat gaskookplaten in mijn ervaring veel makkelijker in warmte afgifte zijn te reguleren, ze goedkoper in gebruik zijn, ze geen speciale pannen vereisen en veiliger zijn vanwege de onmiskenbare blauwe vlammen.
Een goede vrijstaande gaskookplaat?
Voor mij was het eigenlijk heel simpel, een goede vrijstaande gaskookplaat heeft:
- zoveel mogelijk opties (lees ‘gaspitten’ en ‘soorten gaspitten’) om fatsoenlijk mee te koken,
- ziet er bovendien goed uit ,
- is veilig en
- (ook belangrijk) is niet al te duur.
Deze 4 voorwaarden, in combinatie met mijn wens dat de plaat neer te zetten was waar ik maar zou willen, bracht me op een stortvloed van aangeboden apparaten. Tijd om het kaf van het koren te scheiden en uit te zoeken welke plaat het beste is!
Hieronder zal ik per voorwaarde mijn bevindingen noteren. Uiteindelijk heb ik het exemplaar gekocht dat geheel boven op de afbeelding staat (en vergis je niet, de gaskookplaat staat daar simpelweg, zij het tijdelijk, op een stevige kartonnen doos en zelfs dan is prima te koken met de plaat).
Vrijstaande gaskookplaat met opties: 4 pits, snelbrander, wokbrander, warmhouder…
Wil je een beetje goed koken (laat staan voor meer personen dan enkel voor jezelf) dan zijn 4 gaspitten ideaal. Dit zeg ik omdat ik een tijd heb gekookte op twee pitten (elektrische pitten wel te verstaan) en dit VEEL gedoe was.
Meestal kook je een basis van aardappelen/rijst/spaghetti/macaroni etc. in één pan. Daarnaast wordt bijvoorbeeld groente los gekookt in een andere pan. Wil je nog iets anders bakken, koken of opwarmen dan moet je bij een 2 pits brander wachten tot één onderdeel van de maaltijd gaar is. Daarna kan je de vrij gekomen pit gaan gebruiken – het probleem hiermee is dat het eerdere gekookte onderdeel zal zijn afgekoeld als het nieuwe onderdeel eenmaal gaar is!
Dus voor fatsoenlijk koken heb je meer dan 2 pitten nodig. Nu is vormtechnisch een 3 pits brander (als één geheel) onhandig, een driehoekige gaskookplaat zou dan de meest voor de hand liggende – maar zeer onhandige – vorm zijn.
Met 4 pitten heb je in mijn ervaring genoeg pitten om fatsoenlijk prima mee te koken. Het is wel belangrijk dat de pitten niet té dicht op elkaar staan. Door voldoende afstand tussen de pitten voorkom je dat een grote pan een andere pan van diens pit afduwt.
Naast voldoende pitten is het handig verschillende soorten pitten te hebben. Denk aan een wokbrander (wok burner), snelbrander (rapid burner), gewone brander (semi-rapid burner) en een warmhoud/sudder brander (of hulpbrander, de auxiliary burner). Als je een gaskookplaat koopt zit er doorgaans een specificatie bij van het type gebruikte gaspitten (zie onderstaande foto).
Ik raad je aan een losse gaskookplaat mét minimaal een snelbrander te kiezen. Met een dergelijke gaspit is namelijk ook goed te wokken en dat betekent dat geen duurdere plaat met een nog (iets) grotere wokbrander hoeft te worden aangeschaft.
Het populaire wokken valt en staat namelijk met het snel (maar relatief kort) kunnen opwarmen van de inhoud van een wokpan. Met een snelbrander die een vermogen tussen de 2,5 en 10 kW heeft is dit prima te realiseren (het vermogen van een brander in kW staat doorgaans aangegeven bij de productinformatie bij een gaskookplaat).
Weet je nu al zeker dat je veel gaat wokken en dit ook nog eens in een grote wokpan of direct voor meerdere personen tegelijk? Aarzel dan niet een kookplaat mét wokbrander te kopen. Dit zijn over het algemeen duurdere platen maar in de genoemde gevallen rechtvaardigt dit de hogere aanschafprijs.
Verder is het handig twee gewone of normaalbranders te hebben. Op mijn vrijstaande gaskookplaat gebruik ik die twee gaspitten eigenlijk het meeste. Dit zijn branders die niet al te klein zijn, maar ook niet al te groot. Omdat ze niet zo groot zijn, en een gemiddeld vermogen aan kW hebben (meestal 1,75 kW), kost het gebruik van deze pitten ook niet zoveel gas – en dat is weer goed voor je portemonnee.
Zelf vind ik een sudderbrander praktisch om gerechten mee warm te houden of om sauzen in een klein pannetje mee op te warmen. Dit type gaspit is altijd de kleinste op een gaskookplaat.
Tegenwoordig zit de sudderbrander (en de snelbrander) altijd aan de voorkant van een gaskookplaat: sommige mensen vinden dit onhandig omdat de normaalbranders het meeste worden gebruikt en je dus altijd over de sudder- en snelbrander heen moet reiken om bij die pitten te komen. Ik vind dit niet onhandig omdat de steel van een pan op een normaalbrander het beste naar je toe reikt en dus over de minder gebruikte sudder- of snelbrander heen loopt.
Het uiterlijk van een vrijstaande gaskookplaat
Een gaskookplaat die er goed uit ziet is een plaat die past in jouw keuken. Heb je veel wit in je keuken? Dan zal een witte plaat daar goed, maar ook onopvallend, staan. Zo is het vaak geweldig ook eens oog te hebben voor een andere kleur, en een ander soort materiaal, dan reeds aanwezig is in jouw keuken.
Naast kleur (in combinatie met materiaal) wordt het uiterlijk van een vrijstaande gaskookplaat ook bepaald door de vorm en de pannendragers (het raamwerk aan de bovenkant waar de pannen op komen te staan). Deze drie uiterlijke kenmerken van een gaskookplaat wil ik hieronder puntsgewijs evalueren zodat ook jij een juiste keuze voor een kookplaat kan maken.
Kleur (materiaal)
De kleur wit is en blijft een populaire kleur in Nederland. Wit lijkt hygiënisch en oogt strak. Een witte plaat zal bijna wegvallen in een verder bijna witte keuken en daarmee weinig aandacht trekken. Het nadeel van de kleur wit is dat vlekken en spatten, ontstaan tijdens het koken, DUIDELIJK zichtbaar zullen zijn. Vind je relatief vaak poetsen van de plaat geen probleem, dan is wit een prima kleur.
Als er veel metaal elementen aanwezig zijn in jouw keuken kan een kookplaat van RVS daar prima bij matchen. RVS heeft vaak een (hoge) glans en keukenapparatuur van dit materiaal wordt ook vaak door horeca bedrijven gebruikt. Wat dat betreft geeft de zilveren kleur van RVS een professionele en cleane indruk. Let er wel op dat RVS soms gevoelig is voor krasvorming bij het schoonmaken.
Zwarte gaskookplaten lijken erg chique en de zwarte titanium variant is daar het summum van. De kleur zwart zorgt ervoor dat vlekken op de gaskookplaat minder opvallen en zal er daardoor voor zorgen dat minder vaak de neiging tot schoonmaken van de plaat ontstaat.
Hoewel mijn keuken vooral wit is heb ik als eye catcher een losse gaskookplaat van zwart, glanzend titanium aangeschaft. Zoals je op de foto geheel bovenaan ziet geeft dat een schitterend resultaat.
Hoekige vorm of rond
Als je keuken veel (scherpe) hoeken heeft is een gaskookplaat met traditionele, hoekige randen een prima optie. Hoeken van 90 graden bij een kookplaat kunnen echter wel makkelijker zorgen voor grotere verschuivingen van de plaat als je er (per ongeluk) tegenaan stoot.
Een speelse vorm is een afwerking van de kookplaat met afgeronde hoeken (zie ook de foto geheel bovenaan), het voordeel hiervan is ook dat stoten tegen de plaat voor minder verschuivingen zorgen. Staat de plaat op een verhoging en steekt deze ook nog wat uit? Dan zijn rondere hoeken minder letsel gevoelig dan rechte hoeken mocht een kind zich aan de plaat stoten.
Pannendragers
Voor het materiaal om de pannen op te zetten is emaille een vaak gekozen optie. Emaille is namelijk zeer krasvast en makkelijk te reinigen. Dat komt doordat emaille een laagje gesmolten glas is dat over een materiaal is aangebracht. Emaille geeft daardoor een glanzende indruk.
Het nadeel van emaille is echter diens gladheid. Bij emaille pannendragers komt het daardoor relatief vaak voor dat pannen minder stevig staan en dat pannen dus zeer bewust moeten worden gepositioneerd. Niets is namelijk vervelender dan een pan die bijvoorbeeld tijdens het roeren van zijn plaats komt en omvalt…
Daarom kan ook worden gekozen voor pannendragers van gietijzer: pannen zullen hier veel minder snel vanaf glijden (dit is ook de reden dat ik voor gietijzer heb gekozen). Gietijzer is goedkoper maar vuil vreet zich hier wel sterker in. Het reinigen van gietijzeren pannendragers zal dus niet alleen vaker moeten gebeuren maar zal ook meer tijd kosten.
Veiligheid van een vrijstaande gaskookplaat
In de inleiding van dit artikel noemde ik al dat gaskookplaten veiliger zijn dan elektrische kookplaten omdat bij een gasplaat altijd duidelijk te zien is of een pit aanstaat. Je zal je dus niet zo snel per ongeluk branden aan een gaskookplaat. Toch zijn er binnen het aanbod van gaskookplaten verschillen in de mate van geboden veiligheid.
Zo is een handig veiligheidsmiddel dat bij verschillende gaskookplaten wordt ingezet een zogenaamde thermo-elektrische beveiliging. Dit houdt in dat zodra er geen vlam (meer) is er ook geen gas meer wordt toegelaten in een gaspit. Hiermee wordt voorkomen dat een keuken zich onopgemerkt (voor een gedeelte) kan vullen met gas met alle gevaarlijke gevolgen van dien.
Over het ongemerkt lekken van gas gesproken: bedenk dat een losse gaskookplaat een aansluiting heeft die geschikt is voor gebruik in Nederland of België. Let er dus goed op dat je geen apparaat met Belgische aansluiting koopt en vervolgens aan een Nederlands gaskanaal koppelt.
Een ander veiligheidsmiddel is een ingebouwde, elektrische vonkontsteking. Hierdoor kan met een draai aan een gasknop automatisch een vonk worden gegenereerd die het gas zal doen ontbranden. Dit voorkomt gevaarlijk (of minimaal lastig) geklooi met lucifers of een aansteker.
Verder kan je er van uitgaan dat de modellen die worden aangeboden vanuit gerenommeerde winkelketens of bedrijven gewoon veilig zijn op bijvoorbeeld het gebied van gaslekkage en elektrische bediening. Vaak zal er bij je aangeschafte product een kwaliteitscontrole kaart zitten (zie onderstaande foto).
Prijs van een vrijstaande gaskookplaat
De prijs van een losse gaskookplaat verschilt van ruim 50 euro tot tegen de driehonderd euro. Moet je de hoofdprijs betalen om een plaat te verkrijgen die jarenlang probleemloos meegaat? Zeker niet.
De beste prijs voor een gaskookplaat is een midden prijs. Hiermee bedoel ik dat niet perse een topkwaliteit plaat hoeft te worden gekocht, maar ook zeker geen bodemprijs apparaat zonder merk met enkel een handleiding in een exotische taal. Ik heb uiteindelijk tegen de 150 euro betaald voor mijn gaskookplaat en dit bedrag valt onder die middenmoot.
Bedenk dat als je echt een wokbrander wil de aanschafprijs van een losse kookplaat snel oploopt. Ook de platen van de beste kwaliteit (altijd van een gerenommeerd merk) kunnen makkelijk prijzig worden maar hoeven niet per definitie de beste te zijn.
Hiermee heb ik alle voorwaarden voor een goede gaskookplaat besproken. Ik hoop dat je met deze informatie een juiste keuze kunt maken in het aanbod van vrijstaande gaskookplaten. Ik wens je alvast veel kookplezier!